Als je tijd en moeite investeert in het schrijven van een blog-post, webbericht of hoe je het ook wilt noemen, zet dan een paar kleine extra stapjes die de kroon zijn op je werk. Stapjes die teveel bloggers en webmasters vergeten waardoor ze niet de vruchten plukken van hun noeste schrijfwerk.
Het web wemelt er van: artikelen waarvan je leest en ziet en ‘voelt’ dat er uren pure arbeid en heel veel liefde in zijn gaan zitten. En toch halen ze niet het bereik waarop je hoopt. Als je dat analyseert, dan is dat vaak omdat een paar kleine, extra stapjes niet zijn gezet. Niet omdat het ingewikkeld is, maar omdat het domweg over het hoofd wordt gezien. Je vindt ze hieronder op een rijtje.
Voor de duidelijkheid: dit is geen ‘schrijfwijzer’ over hoe je een artikel schrijft. Schrijftechniek, inspiratie, opbouw – het komt hieronder allemaal niet aan de orde. Wat we je vandaag mee willen geven, zijn die paar stapjes extra die je artikel nog beter, nog beter gelezen of nog beter vindbaar maken.
Stap 1: lees je concept hardop voor
De oudste truc uit het “Handboek Schrijver” maar tegelijkertijd de truc waartegen het meest wordt gezondigd. Als je je eigen tekst hardop voorleest, merk je gaandeweg waar het ritme verloren gaat en waar je tekst niet meer lekker loopt. Pak die delen aan en meer (véél meer!) mensen halen het einde van je artikel.
Stap 2: tussenkoppen
Ik weet het: klinkt hopeloos afgezaagd. Heb je er wéér een die het heeft over het gebruik van tussenkoppen.
Maar… waarom zie ik ze dan nog steeds (te) weinig?
Gebruik ze. Hou ze kort en maak ze vet of cursief of alletwee. Maar gebruik ze. Hoeft niet voor elke alinea (dat mag best overigens) maar minimaal om de alinea. Opnieuw: een simpele stap die er voor zorgt dat meer mensen het einde van je harde weken halen.
Stap 3: controleer de titel: past die nog bij wat je schreef?
Heel veel auteurs starten met een titel. Vervolgens kan het zijn dat je verhaal een ander leven gaat leiden dan je dacht en je titel suggereert. Kortom: kijk na het schrijven nog eens kritisch naar de titel. Dekt de vlag nog steeds de lading?
Stap 4: is duidelijk voor welke zoekterm je schrijft?
SEO en vindbaarheid mag niet je eerste en ook niet je belangrijkste uitgangspunt zijn. Maar als je nou toch energie en tijd in een artikel steekt, zorg dan dat Google begrijpt welk probleem je aankaart. Kortom: met welke zoekterm cq welk keyword kun je je tekst het beste omschrijven? Zit dat keyword in de titel, de eerste en laatste regels van je artikel? Hoeft niet, helpt wel.
Stap 5: gebruik beeld
Beeld is prettig voor de lezer, maar ook voor de zoekmachines. Dus vrolijk die grijze letterbrij op met een plaatje. Die ‘leen’ je natuurlijk niet via Google van verder onbekende websites. Dat mag niet. Dus gebruik je sites als deze. En wat dacht je van deze!
Oh ja, bijna vergeten: hernoem je foto’s naar een term die relevant is voor het onderwerp en gebruik het belangrijkste keyword als ‘alt tag’ van je grootste foto. Gebruik variaties (meervoud, spelfout, alternatief) als ‘alt tag’ voor eventueel andere foto’s.
Stap 6: zorg voor links naar andere sites
Deels een SEO-handigheidje maar tegelijkertijd ook een verrijking van je artikel. Wees dus niet bang lezers te verwijzen naar aanvullende info elders op het internet. Kies daarvoor de betere sites, want hun glans straalt daarmee ene beetje af op jouw site. Zorg er wel voor dat het ‘relevante’ links zijn, gebruik ‘no follow’ en laat ze openen in een aparte browser.
Stap 7: Vraag je lezers het artikel te delen
Mijn moeder had in alles gelijk behalve in “Wie vraagt wordt overgeslagen”. Dus vraag je lezers (netjes en beleefd natuurlijk) of ze je artikel willen delen via FaceBook, Twitter en de hele Santemekraam. Maak het ze makkelijk door de je pagina te voorzien van de bekende ‘share buttons’.
Stap 8: Reacties? Reageer!
Als mensen de moeite nemen te reageren op je artikel, beloon ze dan te reageren op hun reactie. Hoe kort en van mijn part inhoudsloos hun reactie ook is: bedank ze, geef antwoord als ze wat vragen, moedig ze aan of spreek ze tegen (een beetje online ruzie trekt volk!). Maar laat zo’n kans op interactie niet lopen.